Podcast 005: Het veelzijdige mineraal jaspis

Mineraal Jaspis Stapel van Stenen Podcast aflevering 005

Stuur mij via hier een SMS bericht over deze aflevering!

In deze aflevering van de Stapel van Stenen community podcast vertel ik graag over het mineraal jaspis. Een heel bekende steen die al sinds de Oudheid door de mens verzameld en gebruikt wordt. En veel liefhebbers hebben denk ik wel een ruw stuk of een gepolijste vorm van jaspis in huis. 

Maar de naam jaspis zou ook wel eens de meest misbruikte naam kunnen zijn voor heel veel verschillende bontgekleurde gesteenten of mineralen die helemaal geen jaspis zijn. In deze podcast vertel ik iets over de geschiedenis van jaspis, wat we onder jaspis verstaan, welke eigenschappen het heeft en hoe het ontstaat. Ook zal ik een aantal veel voorkomende typen jaspis bespreken en uitleg geven over stenen die jaspis genoemd worden maar dat eigenlijk niet zijn. 

Een stukje geschiedenis over het mineraal jaspis

Jaspis wordt al sinds de Oudheid gewaardeerd als ‘edelsteen’, onder anderen voor sieraden, voor de productie van gereedschappen en zegelstenen voor de handel om goederen en transport te markeren. Op het Minoïsche Kreta bijvoorbeeld, werd jaspis uitgehouwen rond 1800 voor Christus om zegels te produceren, zoals blijkt uit archeologische vondsten in het paleis van Knossos. Ook werd jaspis in de prehistorie – net als vuursteen – gebruikt om werktuigen van te maken zoals schrapers en pijlpunten. Oermensen hadden al door dat jaspis een fijne structuur en samenstelling heeft en van deze eigenschappen maakten ze dankbaar gebruik om van een jaspissteen vlijmscherpe afslagen te slaan. Groene jaspis werd bijvoorbeeld gebruikt om boog boren te maken in Mehrgarh in Pakistan, tussen de 4e en de 5e eeuw voor Christus. Tegenwoordig is jaspis vooral geliefd als sieraad en voor sierobjecten.

Wat is jaspis?

Dat is een vraag die eigenlijk helemaal niet zo eenvoudig te beantwoorden is. Historisch wordt de naam jaspis al heel lang gebruikt voor een ondoorzichtige chalcedoon of een microkristallijne hoornsteen. Door de vele fijne insluitsels heeft de steen die we klassiek een jaspis noemen, vaak een rode, bruine of groene kleur, maar jaspis kan heel veel verschillende kleuren hebben. Dat zien we ook terug wanneer we naar de herkomst van de naam kijken.

De naam jaspis betekent namelijk letterlijk ‘gevlekte of gespikkelde steen’ en is in eerste instantie afgeleid uit oude Semitische talen: van Yashpeh in het Hebreeuws en Yashupu in het Akkadisch bijvoorbeeld. Via het Griekse iaspis, het Latijnse iaspidem en het Oudfranse jaspre naar jaspis in ons taalgebied en jasper in het Engels. Het is daarbij goed om te realiseren dat in de geschiedenis hiermee dus niet altijd dezelfde stenen bedoeld werden, maar stenen met verschillende kleuren en doorzichtigheid. Op enig moment werd zelfs diamant aangeduid als een transparante vorm van jaspis. Ook in de huidige tijd zien we dat de naam jaspis te pas en te onpas gebruikt wordt voor verschillende stenen. Allerlei bonte, ondoorzichtige stenen, waarvan de samenstelling niet altijd bekend is, krijgen de naam jaspis om het materiaal te kunnen verkopen. Daarover later meer. 

Jaspis is overigens geen officiële mineraalnaam, zoals geregistreerd door de International Mineralogical Association (de IMA), maar wordt door mineralogen meestal aangeduid als een microkristallijne, fijnkorrelige, ondoorzichtige variëteit van het mineraal kwarts met ongeveer tot 20% bijmenging van ‘onzuiverheden’. En die onzuiverheden kunnen fijne insluitsels zijn van hematiet, ijzerhydroxiden en andere mineralen. Jaspis is nauw verwant aan chalcedoon, de ‘vezelige’ doorschijnende kwarts-variëteit. De aanduiding als variëteit van het mineraal kwarts is, zoals in de mineralogie gebruikelijk, gebaseerd op de chemische samenstelling (SiO2) en de interne kristalstructuur (microkristallijn trigonaal). 

Door de enorme verscheidenheid aan uiterlijke vormen van jaspis is er een begrijpelijke behoefte bij liefhebbers en verkopers om al deze vormen een eigen naam te geven. Bovendien is dat een manier om een veelvoorkomende steen meer bijzonder en dus beter verkoopbaar te maken. Wanneer je ‘jaspis’ googelt dan komt er dus ook een oneindige hoeveelheid namen en soorten naar voren. Een selectie van namen die ik tegenkwam: bloem jaspis, Bruneau jaspis, caleidoscoop jaspis, cappuccino jaspis, dalmatiër jaspis, fancy jaspis, K2 jaspis, Kambaba jaspis, kiwi jaspis, landschapsjaspis, luipaard jaspis, oceaan jaspis, Picasso jaspis, polychroom jaspis, porselein jaspis, regenwoud jaspis, vulkaan jaspis, enzovoort. Een aantal van deze namen zal ik verderop in deze podcast toelichten.

Het classificeren en benoemen van jaspisvariëteiten is een uitdaging, definities verschillen en er zijn veel lokale namen. Net als bij veel andere stenen in de handel, is ook de naamgeving van jaspis een behoorlijke chaos geworden. Het probleem van de uit de hand gelopen naamgeving van stenen besprak ik ook al even in de vorige aflevering over Belazeriet.

Maar wanneer je kijkt naar al deze jaspis-namen dan zien we wel een bepaald patroon. Het grootste deel van de jaspissen krijgt namelijk een naam gebaseerd op het uiterlijk, zoals de kleur of de structuur, bijvoorbeeld luipaard jaspis en landschapsjaspis. Daarnaast zijn er jaspissen die een naam krijgen gekoppeld aan de geografische locatie waar ze gevonden worden, bijvoorbeeld Bruneau jaspis naar Bruneau Canyon, een kloof in Idaho, in Amerika. En tot slot zijn er jaspissen die een fantasienaam of esoterische naam hebben gekregen, zoals fancy jaspis of imperial jaspis. 

Helaas is er buiten de IMA, die gaat over de officiële naamgeving van mineralen, geen instantie die toeziet op de commerciële naamgeving in de handel van stenen zoals jaspis. Er zijn wel brancherichtlijnen, bijvoorbeeld van de CIBJO en een aantal gemmologische instituten, zoals de GIA in Amerika en GEM-A in Groot-Brittannië, maar die bevatten ook geen duidelijke definities van de verschillende jaspissen. Ook de veelgebruikte databases zoals Mindat en Mineralienatlas bieden geen definitieve uitkomst. Op Mineralienatlas is overigens wel een uitgebreid artikel te lezen met achtergrondinformatie over jaspis. 

Er zijn voorstanders van een systematiek die de naamgeving en classificatie van jaspis baseert op de manier van ontstaan, maar dit is eigenlijk nooit breed doorgevoerd. Hoewel daar zeker wat voor te zeggen is, is de ontstaanswijze, net als de chemische samenstelling en de kristalstructuur, niet altijd aan het uiterlijk te herkennen. In de hedendaagse mineralogische en gemmologische literatuur wordt gebruik van de term jaspis alleen voorgesteld in het geval van ‘echte jaspis’ (hoofdzakelijk bestaand uit microkristallijne kwarts) in combinatie met een zogenaamde metasomatische of metamorfe ontstaanswijze. Op die ontstaanswijze van jaspis kom ik later nog terug. 

Vanuit de dagelijkse praktijk lijkt echter een beschrijving van het uiterlijk en de eigenschappen die getest kunnen worden het meest logisch. Laten we daarom eens kijken naar de eigenschappen van jaspis die je kan observeren en eventueel testen om te bepalen of je inderdaad met een jaspis te maken hebt.

Eigenschappen van het mineraal jaspis

Om iets een jaspis te kunnen noemen moet het voor het grootste deel uit siliciumdioxide (SiO2) bestaan. Maar jaspis wordt zelden in zuivere vorm gevonden. Vergroeiingen met kwarts, chalcedoon, agaat en opaal zijn niet ongewoon. Maar ook bijmengingen tot 20%, van aluminiumoxide, ijzeroxide, ijzerhydroxide en mangaanhydroxide komen veel voor. Dit maken de chemische en fysische eigenschappen helaas zeer variabel.

Op basis van de mineralogische aanduiding gaat het om een microkristallijne, fijnkorrelige variëteit van het mineraal kwarts. Dat betekent dus dat er nooit met het blote oog zichtbare kristallen van jaspis kunnen voorkomen en zelfs de fijne korrels zul je in de meeste gevallen niet kunnen zien zonder elektronenmicroscoop. Jaspis wordt alleen gevonden in massieve, compacte massa’s. Jaspis is altijd ondoorzichtig (opaak) en heeft een vettige, zijdeachtige of matte tot wasachtige glans op de breukvlakken. Het vertoont geen splijting maar een onregelmatige tot schelpvormige breuk. 

De kleur is meestal rood, geel, bruin of groen van kleur, zelden blauw. Maar de hoeveelheid en verdeling van bijmengingen bepalen mede het uiterlijk, waardoor de variatie in kleur en patronen van jaspis extreem groot is. De algemeen voorkomende rode kleur is te wijten aan insluitsels van het mineraal hematiet (een ijzeroxide). Rode jaspis wordt daarom ook wel ijzerkiezel genoemd. De streepkleur van kwarts is wit, maar door de aanwezige insluitsels kan deze bij jaspis variabel zijn en kan daarom niet worden gebruikt voor determinatie. 

De hardheid van de meeste jaspis is als die van kwarts, 6 ½ tot 7 op de schaal van Mohs. Maar dat is dus ook gelijk aan de hardheid van andere kwarts variëteiten die op jaspis kunnen lijken of waarmee het vergroeid is, zoals chalcedoon en agaat, waardoor de hardheid ook niet altijd uitsluitsel geeft. 

Het soortelijk gewicht van jaspis wordt beschreven als tussen 2,5 en 2,9, maar de vraag is in hoeverre dat bruikbaar is om een steen als jaspis te identificeren. Zoals aangegeven bestaat jaspis voor het grootste deel uit kwarts, met een soortelijk gewicht van ongeveer 2,65, maar bevat tot ongeveer 20% aan verschillende, soms onbekende bijmengingen met onbekende invloed op het soortelijk gewicht. 

Voor een edelsteenkundige bestaat nog de mogelijkheid om een brekingsindex (refractive index of RI) te meten met een refractometer. Om een goede meting te kunnen doen is bij voorkeur een plat vlak nodig, bij een cabochon geslepen steen kan eventueel een zgn. ‘spotmeting’ gedaan worden. Aangezien siliciumdioxide het hoofdbestanddeel vormt, verwacht je een RI van ongeveer 1,54. Maar die waarde kunnen we ook meten bij chalcedoon of kwarts die ook uit siliciumdioxide bestaan, en is dus alleen zinvol in combinatie met andere kenmerken. 

Samengevat is identificatie van ‘echte jaspis’ met het blote oog dus best moeilijk. De belangrijkste eigenschappen die we wel kunnen waarnemen zijn: 1. jaspis komt voor in massieve, compacte massa’s, zonder zichtbare kristallen of korrels; 2. jaspis is altijd ondoorzichtig en kan allerlei kleuren en patronen hebben; en 3. de hardheid is ongeveer 6 ½ – 7, zoals die van kwarts.

De rest van de kenmerken zijn door de meeste liefhebbers niet zomaar vast te stellen. En voor een precieze bepaling worden daarom microscopische, röntgen- en in bepaalde gevallen aanvullende chemische en spectroscopische onderzoeksmethoden aanbevolen. 

Het laten uitvoeren van dergelijke kostbare analyses is niet realistisch voor een sieraad van jaspis of een eenvoudige trommelsteen of object. De vraag is ook of exacte determinatie voor de meeste liefhebbers wel relevant is. Uiteindelijk worden stenen of objecten ervan vooral verzameld omdat iemand deze mooi vindt en wordt de naam overgenomen zoals de verkoper deze heeft gegeven. Liefhebbers zoeken ook naar specifieke soorten of namen op basis van voorbeelden in boeken of op internet. 

Maar in de twee afleveringen over Belazeriet heb ik al uitgelegd waarom ik een correcte naamgeving van edelstenen en mineralen wel belangrijk vind en dus ook bij jaspis. Verderop zal ik daarom ook nog een aantal voorbeelden geven van het onjuist gebruik van de naam ‘jaspis’ voor een aantal bekende stenen. Maar eerst leg ik uit hoe jaspis ontstaat. 

Hoe ontstaat jaspis?

Het mineraal jaspis ontstaat vooral in spleten of holten in vulkanisch gesteente, op een aantal verschillende manieren:

Ten eerste door vulkanische processen: Jaspis kan gevormd worden wanneer vulkanische gassen en vloeistoffen reageren met het vulkanische gesteente en sedimenten, zowel aan de oppervlakte als diep in de aarde. Ook kan jaspis hydrothermaal ontstaan, wanneer heet water, dat veel silica (SiO2) bevat, door vulkanisch gesteente stroomt en daarmee reageert.

Maar kwarts kan toch moeilijk oplossen in water hoor ik je denken, dus hoe kan dan toch jaspis op deze manier ontstaan? Nou, het silicium dat is opgeslagen in andere mineralen in de magmatische gesteenten, zoals in veldspaten of mica’s, kan wel oplossen in heet water. Dan ontstaat er kiezelzuur of siliciumzuur. Het water stroomt door spleten en gangen in het gesteente. Als het kiezelzuur niet meer opgelost kan blijven, doordat de temperatuur te laag wordt of de concentratie kiezelzuur te hoog, gaat waterrijke kwarts neerslaan. Meestal wordt eerst een soort gel gevormd. Als er meer water verdampt, ontstaat hieruit jaspis. De vele kleuren en patronen ontstaan ​​tijdens het verhardingsproces door stromings- en afzettingspatronen in het oorspronkelijke silica-rijke sediment of vulkanische as. 

Als tweede kan jaspis ontstaan door metamorfose: jaspis kan dan gevormd worden wanneer gesteenten door hitte en/of druk veranderen, bijvoorbeeld in de buurt van een magmahaard of lavastroom, of door latere veranderingen in vulkanische aslagen of andere bestaande gesteenten. Ook fossiele boomstammen die bedekt zijn door vulkanische as kunnen op die manier door middel van metamorfose uiteindelijk omgezet worden in jaspis, chalcedoon, opaal of combinaties daarvan. Een andere bekende vorm die door metamorfose is ontstaan zijn de rode silica-rijke delen van dikke pakketten ijzererts, de zogenaamde Banded Iron Formations (BIF’s). Dit ontstaat als een sedimentgesteente in oude oceanen, waarbij de ijzerrijke modder omgezet wordt in een soort hoornsteen en uiteindelijk een aan jaspis verwant mineraal. Strikt gezien wordt dit door sommigen niet beschouwd als ‘echte jaspis’, meestal wordt dit dan ook aangeduid als ‘jaspiliet’. 

Ik zal nu een aantal bekende typen ‘echte jaspis’ beschrijven. 

Verschillende typen jaspis

Zoals duidelijk is geworden is het classificeren en benoemen van jaspisvariëteiten een enorme uitdaging, ik zal me hier daarom beperken tot een paar veelvoorkomende soorten. 

De meest bekende en de meest voorkomende jaspis is de rode, rood door insluitsels van hematiet. We zien ook wel veel gele en bruine jaspis, waarbij de kleur meestal veroorzaakt wordt door goethiet. Soms wordt aan dit soort materiaal van een bepaalde vindplaats de geografische naam meegegeven, bijvoorbeeld rode Afrikaanse jaspis of bruine Egyptische jaspis. 

Een bekende donkergroene jaspis met rode vlekken wordt ook wel heliotroop of bloedsteen genoemd. Helaas zie ik de laatste tijd regelmatig het onjuist gebruik van de naam bloedsteen of heliotroop voor allerlei andere groene of grijze gesteenten met fragmenten van rode jaspis, o.a. African Bloodstone of Afrikaanse heliotroop, wat deels ook bestaat uit andere mineralen. 

Polychroom jaspis, is een bontgekleurde jaspis met grijs-groen-blauwe tinten met daarin roodbruine vlekken en banden. De naam is afgeleid uit het Grieks, poly=veel en chromos=kleur. Het is vooral op de markt vanuit Madagaskar. 

Landschapsjapsis of ook wel Picture jasper vertoont levendige patronen op het oppervlak, die met weinig verbeelding geïnterpreteerd kunnen worden als gestileerde landschappen of planten. De bruine kleur wordt veroorzaakt door bijmengingen van goethiet (ijzer dus). De lijnen worden waarschijnlijk veroorzaakt door circulatie van hete vloeistoffen door de stenen waardoor verschillende concentraties van ijzerdeeltjes ontstaan. Een voorbeeld van een landschapsjaspis die een lokale naam heeft gekregen is de Bruneau jaspis uit de Bruneau River Canyon in Idaho in de VS.

Uiteraard zijn er nog veel meer jaspissen te beschrijven, maar voor nu laat ik het hier even bij en wil ik graag nog wat voorbeelden geven van onjuist gebruik van de naam jaspis. 

Belazeriet jaspis?

De naam jaspis (of jasper in het Engels) wordt zoals gezegd tegenwoordig te pas en te onpas gebruikt voor allerlei ondoorzichtige, bontgekleurde gesteenten. Veel van die stenen bevatten zelfs helemaal geen kwarts en hebben ook niet dezelfde eigenschappen als jaspis, maar deze eigenschappen worden wel daarbij vermeld (zoals de hardheid of chemische samenstelling). Denk bijvoorbeeld aan K2-jaspis, Kabamba jaspis, dalmatiër-jaspis en kiwi jaspis.

Veel van de soorten jaspis ‘edelstenen’ die tegenwoordig op de markt zijn, zijn dus geen echte jaspis. En in een aantal gevallen is het zelfs helemaal geen natuurlijk materiaal, maar gekleurde klei of epoxy met fancy namen zoals ‘sea sediment jasper’ of ‘imperial jasper’. In mijn boek ‘Belazeriet of niet?’ beschrijf ik van ruim 40 soorten ‘jaspis’ wat het mineralogisch/geologisch is. Een paar voorbeelden zal ik met jullie delen in deze podcast.

Bumblebee “jaspis” bijvoorbeeld, is een handelsnaam voor kleurrijke calciet gevonden op een vulkaan in Indonesië. Het is genoemd naar de gelijkenis met de zwart-gele strepen van een hommel (Eng.: bumblebee). Het materiaal bestaat uit vezelig calciet met gele, oranje en zwarte strepen. De oranje en gele kleuren worden voornamelijk veroorzaakt door fijn verdeelde realgaar. De zwarte kleur wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van pyriet. Door dit calciet-houdende gesteente een jaspis te noemen lijkt de steen net zo hard als kwarts of jaspis te zijn, maar het tegendeel is waar. Het vulkanisch gesteente is vrij zacht en bros en het bevat bovendien het giftige arseensulfide realgaar. Door het gebruik van de naam jaspis, zonder de vermelding van de daadwerkelijke bestanddelen, kunnen kopers zichzelf niet goed informeren over de eigenschappen en de risico’s van deze steen. Ik maakte hier een uitgebreide video over die je kan terugkijken op mijn YouTube kanaal. 

Dalmatiër “jaspis” is een handelsnaam voor een gesteente (een micrograniet) bestaande uit donkere vlekken van arfvedsoniet in een lichte matrix van veldspaat. Genoemd naar de gelijkenis met de Dalmatiër hond. Het materiaal wordt vaak ten onrechte aangeduid als een “jaspis” en de zwarte vlekken worden vaak ten onrechte geïdentificeerd als toermalijn. Dalmatiër steen zou wat mij betreft een prima benaming zijn. Een ander voorbeeld van een graniet dat als jaspis op de markt is, is bijvoorbeeld kiwi-jaspis (bestaat uit albiet en orthoklaas, kwarts, mica en een kleimineraal uit de smectiet-groep. Het bevat geen amazoniet en geen toermalijn zoals nog steeds door sommige verkopers wordt beweerd en is dus ook zeker geen jaspis. Ook K2-jaspis is geen jaspis maar graniet met blauwe vlekken van azuriet. 

Tot slot Kabamba of Kambaba “jaspis”, ook een onjuiste benaming. In dit geval gaat het om een grijsgroen tot blauwgroen vulkanisch gesteente met donkere ‘ogen’, afkomstig uit Madagaskar. Het is dus ook geen jaspis soort, maar een rhyoliet. Dit gesteente wordt overigens onder veel andere benamingen aangeboden: eldariet, nebula stone, nebula jade, krokodillensteen en krokodil jaspis. Soms wordt de steen ook onjuist aangeduid als een stromatoliet of een ander fossiel. Door röntgendiffractie is vastgesteld dat het groene deel van het rhyoliet gesteente bestaat uit de mineralen kwarts, pyroxeen (aegirien), albiet en een kalium veldspaat. De karakteristieke, donkere ronde structuren bestaan uit naalden van amfibool mineralen (samenstelling van riebeckiet tot pargasiet).

Meer van dit soort voorbeelden kun je dus teruglezen in mijn boek. 

Hoewel het lastig zal zijn om afscheid te nemen van reeds lang in gebruik zijnde handelsnamen, weten we ook uit de geschiedenis dat naamgeving in de loop van de tijd aan verandering onderhevig is. Een naam bestaat immers zolang deze in het economisch verkeer gebruikt wordt. Hoewel dat betekent dat er waarschijnlijk nog steeds nieuwe namen voor jaspis bij zullen komen, biedt dat ook mogelijkheden om onjuiste benamingen niet langer te gebruiken waardoor ze uiteindelijk hopelijk zullen verdwijnen. 

Met de informatie in deze podcast hoop ik je in ieder geval meer duidelijkheid gegeven te hebben over het veelzijdige mineraal jaspis en een bijdrage te leveren aan een meer uniforme naamgeving in de wereld van edelstenen en mineralen. 

Blijf nieuwsgierig, blijf verzamelen, en vooral: blijf genieten van de verhalen achter de stenen. Ik kijk er alweer naar uit om jullie een volgend verhaal te vertellen in een nieuwe aflevering.

Schrijf je HIER in en ontvang maandelijks Steengoede post

Ontdek elke maand de wereld van mineralen en edelstenen met mijn boeiende nieuwsbrief! Ontvang updates over nieuwe activiteiten, leer fascinerende feiten en lees de nieuwste analyses.

Verwante artikelen

Reacties

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *